deel van het spijsverteringskanaal gelegen tussen de dunne darm en de endeldarm. De dunne darm komt, rechts onder in de buik, zijdelings op de dikke darm uit, het blind eindigende deel onder deze inmondingsplaats heet de blinde darm (caecum), met daaraan vast het wormvormig aanhangsel (appendix of processus vermiformis).
Boven de inmondingsplaats ligt de karteldarm (colon) met een opstijgend (rechts gelegen), een dwars (onder de maag gelegen) en een afdalend (links gelegen) deel; het laatste gaat over in het colon sigmoideum, waarop de endeldarm volgt, zie darm, zie spijsverteringsorganen.De blindedarm en de karteldarm zijn bekleed met buikvlies. Zij zijn gefixeerd tegen de achterwand van de buikholte, dit in tegenstelling tot de dunne darm. Uit de voedselmassa die in de dikke darm komt, zijn de meeste voedingsstoffen al opgenomen (zie resorptie) in de dunne darm. Behalve enkele andere stoffen wordt in de karteldarm vooral water geresorbeerd, zodat de darminhoud ingedikt wordt tot faeces. De in de dikke darm aanwezige bacteriën spelen een rol bij de vorming van vitamine K, een belangrijke stof voor de bloedstolling. Antibiotica kunnen de microflora van de darm vernietigen. Bij plantenetende zoogdieren, m.n. bij het paard, is het eerste deel van het colon zeer sterk ontwikkeld en vervult het de functie van fermentatiekamer voor de microbiële cellulosevertering.
