Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dicotyledones

betekenis & definitie

weezaadlobbigen (‘dicotylen’), een klasse van planten behorend tot de onderafdeling Angiospermae (zie plantenrijk, overzicht). In het zaad bevinden zich twee zaadlobben, organen die reservevoedsel bevatten en als de eerste twee (weinig ontwikkelde) ‘blaadjes’ van de kiemplant fungeren. .. Dit onderscheidt de Dicotyledones van de Monocotyledones (eenzaadlobbigen), maar er zijn meer kenmerken (zie tabel).De oorsprong van de Dicotyledones is niet met zekerheid opgespoord; wel zijn zij van de hogere planten de meest succesvolle gebleken.

Dicotyledones Tabel Monocotyledones Dicotyledones aantal zaadlobben een twee bloem 3-tallig 44of 5-tallig aantal soorten ca. 40.000 ca. 275.000 vaatbundels onregelmatig geschikt regelmatig in een ring gerangschikt cambium niet ringvormig ringvormig secundaire diktegroei zelden aanwezig houtvorming zelden ‘stam’ = houtcilinder wortelstelsel evenwijdige bijwortels; geen hoofdwortel; de eerste wortel (kiemwortel) gaat gewoonlijk te gronde één hoofdwortel met vele vertakkingen; de kiemwortel wordt hoofdwortel bladnervatuur één hoofdnerf met óf daaraan evenwijdige zijnerven óf alle zijnerven loodrecht op de hoofdnerf één hoofdnerf met onderling niet-evenwijdige vertakkingen fotosynthese-eindprodukt. suikers zet

Dit onderscheidt de Dicotyledones van de Monocotyledones (eenzaadlobbigen), maar er zijn meer kenmerken (zie tabel).De oorsprong van de Dicotyledones is niet met zekerheid opgespoord; wel zijn zij van de hogere planten de meest succesvolle gebleken.

Dicotyledones Tabel Monocotyledones Dicotyledones aantal zaadlobben een twee bloem 3-tallig 44of 5-tallig aantal soorten ca. 40.000 ca. 275.000 vaatbundels onregelmatig geschikt regelmatig in een ring gerangschikt cambium niet ringvormig ringvormig secundaire diktegroei zelden aanwezig houtvorming zelden ‘stam’ = houtcilinder wortelstelsel evenwijdige bijwortels; geen hoofdwortel; de eerste wortel (kiemwortel) gaat gewoonlijk te gronde één hoofdwortel met vele vertakkingen; de kiemwortel wordt hoofdwortel bladnervatuur één hoofdnerf met óf daaraan evenwijdige zijnerven óf alle zijnerven loodrecht op de hoofdnerf één hoofdnerf met onderling niet-evenwijdige vertakkingen fotosynthese-eindprodukt. suikers zetmeel .

< >