Serge de, eigenlijk Sergei Pavlovitsj Diaghilev, Russisch balletleider en impresario, *19. 3.1872 Perm, †19.8.1929 Venetië. Diaghilev studeerde rechten.
In 1899 stichtte hij met o.a. de Russische schilders Alexandre Benois en Léon Bakst het vooruitstrevende tijdschrift Mir Istkoesstva (de Kunstwereld). Benois wekte zijn belangstelling voor het ballet. Hij trad in dienst van de keizerlijke theaters te Sint-Petersburg, maar werd reeds in 1901 tot aftreden gedwongen door zijn revolutionaire gedrag en modernistische opvattingen. In 1907 liet hij in Parijs opvoeringen geven van de opera Boris Godoenov van Moessorgsky. Op 18. 5.1909 had in het Théâtre du Châtelet met sensationeel succes de première van zijn Ballets Russes plaats (Anna Pavlova). Sedert 1910 waren de Ballets Russes blijvend in West-Europa gevestigd.
Sinds 1911, na de definitieve breuk met de keizerlijke theaters, werd jaarlijks een ‘seizoen’ te MonteCarlo en te Parijs gehouden. In 1911 begonnen ook tournees naar andere Europese landen en naar Zuid-Amerika, overal een hernieuwde belangstelling wekkend voor het ballet als kunstvorm. Diaghilev beschikte over een buitengewoon organisatietalent en niet alleen een hoog ontwikkeld artistiek onderscheidingsvermogen, maar tevens een verfijnd instinct voor kansrijke noviteiten, waaraan een zekere sensatiezucht niet vreemd was. Tot de kunstenaars met wie Diaghilev samenwerkte, behoorden de choreografen Michaël Fokine, Vaslav Nijinski, Leonid Massine, Bronislava Nijinska, George Balanchine en Serge Lifar, de componisten Igor Stravinsky, Erik Satie, Manuel de Falla, Sergei Prokofjev, Georges Auric, Darius Milhaud, de schilders Léon Bakst, Alexandre Benois, Juan Gris, Giorgio de Chirico, Sonia Delaunay-Terk, André Derain, Pablo Picasso en de dichter Jean Cocteau.
LITT. A.Haskell, Diaghileff (1935); S.Lifar, S. Diaghilev (1940); B.Kochno, Diaghilev and the Ballets Russes (1971); N.Mac Donald, Diaghilev observed by critics in England and the U.S., 1911— 29 (1975).