Ned. wet van 21.2.1957, Stb. 84 ter regeling van het door verwerking tot nuttige produkten onschadelijk maken van ondeugdelijk materiaal van dierlijke herkomst, dit ter voorkoming van gevaar, schade of hinder voor de gezondheid. Onder het destructiemateriaal worden verstaan materiaal van dierlijke herkomst dat ingevolge de Vleeskeuringswet en de Veewet onbruikbaar moet worden gemaakt voor voedsel voor mens en dier, onschadelijk gemaakt of vernietigd, en bedorven vlees en vleeswaren.
Voor het oprichten, het in werking brengen en het uitbreiden van een destructor is vergunning van de minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne nodig. Over de oprichting en werkwijze zijn bij AMvB (het zgn. Destructiebesluit van 11.2.1958, Stb. 71) nadere voorschriften gegeven. De wet regelt voorts de Destructieraad.
