Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Deren

betekenis & definitie

(deerde, heeft gedeerd), (onoverg., met derde nv.)

1. schade doen, letsel toebrengen: dat zal mij

niet deren;

2. leed doen, verdriet doen: hun afgunst deerde hem niet; (zegsw.) wat niet weet, wat niet deert, zaken waarvan men onkundig blijft, geven geen ergernis; wat deert u?, wat scheelt u?