benaming voor een groep architecten die zich ca.1920 rond de Delftse hoogleraar M.J. Granpré Molière schaarde.
De voornaamste kenmerken van hun stijl zijn het gebruik van baksteen, de sobere vormen en de strakke lijnen.Opvallend is ook de ritmische plaatsing van de kleine vensters. De Delftse School was een reactie op de meer decoratief ingestelde Amsterdamse School. Tot ca. 1955 oefende de groep invloed uit op de Ned. bouwstijl. De belangrijkste architecten waren J.F. Berghoef, G. Friedhoff, C.M.van Moorsel,G.T.Zwiers en (maar minder gebonden) A.J. Kropholler.
Litt. M.J.Granpré Molière, Delft en het nieuwe bouwen (1947); J.F.Berghoef, Over de architectonische vorm en haar betekenis (1947); J.J.Vriend, Links bouwen, rechts bouwen (1974).
