Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Delacroix, eugène ferdinand victor

betekenis & definitie

Frans schilder, *26.4.1798 Charenton-Saint-Maurice, ♱13.8. 1863 Parijs; (volgens sommigen) zoon van de Franse politicus Talleyrand. Delacroix was leerling van Pierre N.Guérin.

Hij kwam tot zijn geheel eigen barokke schilderwijze door het kopiëren van werken van Rubens en vooral Veronese. Zijn werken vormden met die van Théodore Géricault een reactie op het classicisme van Louis David en Jean A.D.Ingres. Delacroix’ stijl wordt gekenmerkt door asymmetrische opbouw, briljante kleuren, dramatiek en een voorkeur voor uitheemse onderwerpen. In 1824 werd de strijd tussen de school van David en de jonge romantici verhevigd door de Scènes des massacres de Chio (Louvre, Parijs). Een reis naar Engeland in 1825 bracht hem nauwer met de romantische richting in contact. In 1832 maakte hij een reis naar Noord-Afrika en Spanje.

Naast uitheemse onderwerpen schilderde hij ook dieren en portretten.

Werken: La mort de Sardanapale (1827, Louvre, Parijs), La barricade (1831, Louvre Parijs), Médée (1838, Museum, Rijsel). Zijn Journal en zijn briefwisseling vormen bronnen voor de 19e-eeuwse kunstgeschiedenis en esthetica. Uitgaven: Oeuvre littéraire (1922); Journal, door A.Joubin (3e dr. 1950); Correspondances, door A.Joubin (4 dln. 1932-36).

Litt. H.Graber, E.Delacroix (1938); L.Rudrauf,E.Delacroix (1942); A.Battes, Die Farbe bei Delacroix (1942); U.Christoffel, E.Delacroix (1951); R. Escholier, E.Delacroix (1963); R.Huyghe, Delacroix (1963); M.le Bot, Delacroix et la tradition (1963); P.Jullian, Delacroix (1963); K.Badt, E. Delacroix, Werke und Ideale (1965); C.RogerMarx, L’univers de Delacroix (1970).

< >