Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dekzand

betekenis & definitie

o.,

1. zand voor het afdekken van een nieuwe bestrating of een nieuwe gewalste weg;
2. fijnkorrelig gelaagd zand dat als een golvend dek over het landschap ligt.

Dekzand ligt in grote delen van Nederland en België ten oosten van de lijn Leeuwarden-Utrecht-Bergen op Zoom-Kortrijk aan het oppervlak. In West-Nederland en België wordt het op vele plaatsen in de ondergrond onder de holocene bedekking aangetroffen. De zuidgrens van het dekzand in de Benelux ligt globaal op de lijn Kortrijk-Gent-Hasselt, waar het dekzand overgaat in de Iössafzettingen van Midden-België. Lange tijd is gedacht aan een fluviatiele. ontstaanswijze voor het dekzand. Uit de morfologie van de dekzandruggen en uit de samenstelling van het zand (korrelgrootteverdeling en afronding) is later een eolische ontstaanswijze afgeleid. De bovenste dekzanden zijn afgezet in de Weichseltijd, de laatste koude tijd van het Pleistoceen.

De begroeiing was zeer spaarzaam of ontbrak. Hierdoor was veel zand beschikbaar voor verstuiving. Dit gebeurde veelal met sneeuwstormen. In Nederland en België zijn uit de gehele Weichseltijd dekzanden bekend. In het terrein zijn het meest sprekend het oude dekzand, dat veelal zwak golvend is, en het jonge dekzand dat ruggen van 11/2-2 m boven de omgeving vormt. In dit jonge dekzand kan een oud begroeiingsniveau worden aangetroffen, de Laag van Usselo.