m. (-naden), plaats van aaneenhechting van twee darmgedeelten.
Een darmnaad ontstaat bij het hechten van een (door verwonding, zweer, of operatie) geopende darm, of het maken van een anastomose tussen twee doorgesneden darmgedeelten. Het slijmvlies moet altijd naar de zijde van de darmholte ingestulpt worden, en de zijde van de buikholte moet bedekt zijn met buikvlies (aan deze laatste voorwaarde is niet altijd te voldoen). Blijft er slijmvlies tussen de hechtingen uitpuilen, dan kan het gevormde sap, eventueel met bacteriën besmet, in de buikholte komen en aanleiding geven tot een buikvliesontsteking. Zie naad.