v. (-s), elk offer dat dankbaarheid als motief heeft.
Het dankoffer komt voor na het ontvangen van zegen: rijke jachtbuit of oogst, uitbreiding van de veestapel, succes in de oorlog, bevrijding van de vijand, genezing van ziekte enz. Soms is naast dankbaarheid tevens sprake van verwachting van verdere zegen.
In de joodse oudtestamentische cultus was het dankoffer een aspect van het gemeenschapsoffer (Lev.7,11-21). Het dankoffer was een gezond offerdier: de vette delen werden verbrand voor God, borst en rechterschenkel waren voor de priesters, de overige delen voor een maaltijd van offeraar en genodigden, offer.