o. (-en), ten minste zesmaal per week verschijnend blad, dat voor het grootste deel aan nieuws gewijd is.
Historisch gezien volgt het dagblad op de krant. De ontwikkeling van snellere en goedkopere drukprocédés, de stijgende vraag naar informatie en de verbeterde opleiding van de bevolking maakten exploitatie van dagbladen mogelijk. Ook breidde de inhoud zich uit in verhouding tot de oudere, onregelmatig of wekelijks verschijnende en grotendeels op handel en diplomatie gerichte kranten. Ca. 1800 verschijnen in groter aantal de eerste, modern opgezette dagbladuitgevers in Engeland, Frankrijk en Duitsland, hoewel deze ook al in de 17e eeuw voorkwamen. In de 19e eeuw ontwikkelde zich een kwalitatief hoogstaande pers, die echter steeds meer bedreigd werd door de opkomende populaire pers, waarvan de boulevardpers de extremen zijn. Ca. 1920 werd deze concurrentie in het toenemend voordeel van de populaire bladen beslist.
Sinds een tiental jaren wordt het dagblad steeds meer door de nieuwsberichten van de televisie beconcurreerd. Dit heeft tot de verdwijning van vele dagbladen en tot concentratie geleid.