Engels staatsman, *25.4.1599 Huntingdon, ♱3.9.1658 Londen; vader van Richard Cromwell. Cromwell studeerde enige tijd te Cambridge, werd lid van het Parlement van 1628 en daarna van het Korte (1640) en Lange (1640-53) Parlement.
Als puriteins independent behoorde hij tot de felle bestrijders van de naaste medewerkers van koning Karel iI Strafford en Laud, wier veroordeling mede Cromwells werk was. Toen de koning in 1642 trachtte het Parlement met geweld zijn wil op te leggen, behoorde Cromwell tot de groep van vijf parlementaire kopstukken, tegen wie de koning een arrestatiebevel had uitgevaardigd. Tijdens de hierop volgende burgeroorlog organiseerde Cromwell uit eigenerfde, puriteinse boeren een ruiterij, die de aanvankelijk zeer slechte krijgskansen der parlementaire troepen onder Essex wist te keren in de Slagen bij Grantham, Gainsborough en Winceby (1643). Het Parlement benoemde Cromwell tot luitenant-generaal der cavalerie (jan. 1644). In deze functie had Cromwell een doorslaggevend aandeel in de overwinning bij Marston Moor; ook de definitieve overwinning bij Naseby (juni 1645) was aan Cromwells ruiterafdelingen (ironsides) te danken. Karel I vluchtte naar Schotland, maar werd aan het Parlement uitgeleverd.Een inmiddels zich ontwikkelend conflict tussen het Parlement, dat door een presbyteriaanse meerderheid werd beheerst, en het leger, dat Cromwells independenten steunde, bracht Cromwell ertoe in juni 1647 te onderhandelen met de koning.
Tegelijkertijd stond Karel evenwel in verbinding met het Parlement en met de Schotten, die, nadat de koning tegen zijn belofte in was gevlucht, een inval in Engeland deden. Cromwell versloeg hen bij Preston (aug. 1648) en liet de koning arresteren. Vervolgens verwijderde hij de presbyteriaanse leden uit het Parlement (de zgn. Pride’s Purge) en liet het overgebleven Romp-parlement een buitengewone rechtbank instellen, waarin hij ook zitting nam. Deze rechtbank veroordeelde de koning ter dood en liet hem executeren (30.1.1649). De republiek werd uitgeroepen.
Cromwell onderdrukte vervolgens een royalistische opstand in Ierland (3.9.1649 bij Drogheda) en versloeg een jaar later bij Dunbar de Schotten, die ’s konings zoon Karel (II) tot koning hadden uitgeroepen. In 1651 versloeg hij Karel ii na diens inval bij Worcester. Nadat het Parlement op aandringen van de Londense kooplieden de Scheepvaartwet van 1651 had aangenomen, hetgeen mede oorzaak werd voor de oorlog tegen de Noordned. Republiek (1652-54), die Cromwell in principe veroordeelde, ontstond een verwijdering tussen leger en Parlement. Dit deed Cromwell in apr. 1653 besluiten het Romp-parlement te ontbinden. Een aantal fanatieke aanhangers van Cromwell vormde het zgn.
Barebone-parlement, dat zichzelf ontbond, waarop Cromwell de waardigheid van Lord Protector werd aangeboden door de Staatsraad. Cromwell vestigde tot 1657 een militair bestuur, waarna een nieuw gekozen Parlement hem de koninklijke waardigheid aanbood. Cromwell weigerde die, daar de republikeinse tendenzen in het leger te sterk waren. Door zijn krachtige buitenlandse politiek, die leidde tot de Vrede van Westminster met de Noordned. Republiek, tot verdragen met Zweden en Denemarken, een verbond met Frankrijk tegen Spanje (1655), en de daaruit resulterende koloniale expansie in Midden-Amerika, en tenslotte tot de verovering van Duinkerken (1658), mag Cromwell beschouwd worden als één der grondleggers van de Engelse wereldmacht.
Uitgave: Writings and speeches of O.Cromwell, door W.C.Abbot (4 dln. 1937-47).
Litt. P.J.van Winter, Engeland en Cromwell (1939); C.V.Wedgwood, The great rebellion (2 dln. 1955-58); R.S.Paul, The Lord Protector (1955) ;M. P.Ashley, The greatness of O.Cromwell (1957); C.Hill, O.Cromwell 1658-1958 (1958); P.H.Hardacre, Writings on O.Cromwell since 1929 (in: Journ. of Mod. Hist., 1961); A.Fraser, Cromwell (1973).