Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Cowperluchtverhitter

betekenis & definitie

[Edward Alfred Cowper (1819-93), Eng. uitvinder die de toren in 1860 uitvond], m. (-s), cilindervormige toren van 6-8 m middellijn en 20—35 m hoog, geheel gevuld met roostervormig gestapelde vuurvaste stenen waarin een verbrandingskanaal is vrijgehouden.

Een cowperluchtverhitter dient om de benodigde verbrandingslucht voor het hoogovenproces voor te verwarmen. Verwarmende oppervlakte 6000— 14000 m

2. Door het verbrandingskanaal wordt hoogovengas geblazen waardoor de gehele massa verhit wordt. Hierna wordt de toren op de hoogoven aangesloten en wordt de lucht door middel van compressoren onder een overdruk van 0,02-0,12 N/mm2 (0,2—1,2 at) doorgeblazen. De lucht wordt dan voorverwarmd tot 700-900 °C. Voor het verbranden van 1000 kg cokes in de hoogoven is ca. 3000 m3 of 4000 kg lucht nodig.

Er zijn drie cowperluchtverhitters per hoogoven nodig omdat de opwarmingsperiode tweemaal langer duurt dan die van het blazen. Afwisselend worden er twee gestookt en één geblazen. De cowperluchtverhitter wordt verdrongen door de meer rendabele recuperator.

< >