Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Corticosteroïden

betekenis & definitie

[Lat. cortex, schors], v. (mv.), (ook: cortinen), hormonen van de bijnierschors.

De corticosteroïden omvatten een groep van meer dan 50 asteroïden uit de bijnierschors. Lang niet alle hebben een hormonale werking, vele zijn te beschouwen als tussenprodukten. Er zijn drie groepen te onderscheiden, nl. de glucocorticoïden (spelen een rol in de koolhydraatstofwisseling), mineralocorticoïden (belangrijk voor de wateren zouthuishouding) en bijnierschorssteroïden (met geslachtshormoonwerking). Mineralocorticoïden hebben tevens een zekere glucocorticoïdenwerking en omgekeerd. Corticosteroïden kunnen therapeutisch gebruikt worden na uitval van de bijnierschors. In dat geval worden echter vaak sterker werkende synthetische derivaten (dexamethason) gebruikt, met orale, intraveneuse of plaatselijke toepassing. Bekend is ook hun ontstekingswerende werking en daarmee hun antireumatisch effect, terwijl zij vaak ook gunstig werken bij allergische processen zoals astma en tal van ziekten waarvan de aard nog onduidelijk is.