Ned. wet van 21.7.1927, Stb. 259, houdende regeling van het beheer van ’s Rijks financiën. De wet schrijft een jaarlijkse begroting, bestaande uit verscheidene wetten, voor, die vergezeld dient te gaan van een Middelenwet en een nota betreffen de toestand van ’s Rijks financiën (Miljoenennota).
Regels worden gegeven voor de inrichting, grondslagen en uitvoering van de begroting. Verder zijn alle uitgaven ten laste van de begroting onderworpen aan verevening van de Algemene Rekenkamer, waarvan taak en samenstelling in de Comptabiliteitswet worden geregeld. In 1956 werd een Commissie tot voorbereiding van een herziening van de Comptabiliteitswet (commissie-Simons) ingesteld. Het in 1964 ingediende en op het rapport van deze commissie gebaseerde wetsontwerp werd in 1972 door de Eerste Kamer verworpen. In 1974 is een nieuw wetsontwerp ingediend, waarin o.a. een drietal nieuwe begrotingstechnieken wordt voorgeschreven: de prestatiebegroting, meerj arenramingen en de raming van financiële gevolgen van wetsontwerpen. Dit is in 1976 aangenomen.
Voor België: rijkscomptabiliteit.
Litt. Rapp. van de comm. tot voorbereiding van een herz. van de Comptabiliteitswet (1960); L.
Koopmans, De beslissingen over de rijksbegroting (2e dr. 1970).
