Philippe de, Frans staatsman en chroniqueur, *ca.l447 kasteel Renescure(?), ♱18.10.1511 kasteel Argenton; uit het burgergeslacht Van de Clyte uit leper, dat in de 14e eeuw de heerlijkheid Comines had verworven. Hij huwde Hélène de Chambres (27.1.1473), waardoor hij heer van Argenton werd.
De Commynes was aanvankelijk als schenker in dienst van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, die hij verried ten behoeve van Lodewijk XI van Frankrijk. Deze beloonde hem rijkelijk, o.a. met van de familie De la Trémoïlle onteigende goederen, terwijl De Commynes tot Lodewijks' dood de Franse buitenlandse politiek bleef besturen. Sinds 1492 vervulde De Commynes een aantal diplomatieke missies, o.a. naar Milaan en Venetië. Lodewijk XII verbande hem tenslotte naar zijn landgoed Argenton, waar hij in talrijke processen gewikkeld raakte met de familie De Chambres. De Commynes werd vooral vermaard om zijn Mémoires, waarin hij zijn persoonlijke herinneringen (uit de periode 1464—98) te boek stelde met een voor die tijd ongekend psychologisch inzicht in personen en situaties. Met Froissart, Joinville en Villehardouin behoort De Commynes tot de zgn. grands chroniqueurs.
Uitgave: Mémoires, door J.Calmette en G.Durville (3 dln. 1924—25). LITT. G.Charlier, Commynes (1945); J.Dufournet, La destruction des mythes dans les ‘Mémoires’ de P.de Commynes (1966); S.Kinser en J.Cazeauz, The ‘Mémoirs’ of P.de Commynes (1968); J.Dufournet, La vie de P.de Commynes (1969).