bij de Ned. landen luchtmacht de door de Kroon benoemde autoriteit (art. 3 Wet op de Rechtspleging bij de Landen de Luchtmacht) die, na ingewonnen advies van de auditeur-militair, beslist over de afdoening van strafbare feiten, begaan door personen die aan de militaire rechtsmacht zijn onderworpen (artt. 11 en 12). De beslissingen kunnen ook namens hem worden genomen door een hoofdofficier, door hem daartoe aangewezen, de zgn. verwijzingsofficier.
Hij kan betrokkene naar de krijgsraad verwijzen, beslissen dat de zaak krijgstuchtelijk zal worden afgedaan of dat met de reeds plaats gehad hebbende krijgstuchtelijke afdoening zal worden ingestemd, of beslissen dat de zaak wordt geseponeerd. Ook heeft hij de bevoegdheid, betrokkene in de gelegenheid te stellen een transactie aan te gaan (art. 74 WStr). Bij de beschikking tot verwijzing naar de krijgsraad wordt tevens beslist omtrent het voorlopig arrest (art. 14). Wanneer hij, tegen het advies van de auditeurmilitair, een verdachte niet naar een krijgsraad verwijst, kan de auditeur-militair hem verzoeken daarover het hoog militair gerechtshof te laten beslissen (art. 15). Van de minister van Defensie kan hij opdracht krijgen, een bepaalde zaak naar de krijgsraad te verwijzen. De leden van de krijgsraad (art. 120), de officier-commissaris (art. 29) en de secretarissen en hun substituten en plaatsvervangers (art. 127) worden door hem benoemd en eventueel, na machtiging door de Kroon, de president van en de auditeur-militair bij een mobiele krijgsraad die onder feitelijke oorlogsomstandigheden optreedt (art. 245).
De commanderend generaal is de autoriteit die het fiat executie verleent (artt. 210 en 256). Bij het Besluit Voorzieningen Militaire Justitie (KB van 18.6.1965, nr. 37) zijn aangewezen als commanderend generaal voor de landmacht o.a. de bevelhebber van de landstrijdkrachten en voor de luchtmacht de bevelhebber van de luchtstrijdkrachten. Bij de zeemacht berust een gelijke bevoegdheid bij de vlootvoogd.In België berusten deze bevoegdheden uitsluitend bij de auditeur-generaal bij het militair gerechtshof en bij de krijgsauditeurs bij de krijgsraden. De tussenkomst van de militaire overheid beperkt zich op dit gebied tot de verplichte aangifte aan voornoemde militaire magistraten van de misdrijven waarvan zij kennis krijgt; ze mag hen niet bevelen de vervolgingen in te stellen of op te schorten; ook treedt zij niet op bij de tenuitvoerlegging van de straf. commanderend officier, volgens het Ned. militair recht de officier die het bevel voert over een grotere militaire eenheid (bij de zeemacht wordt de term commandant gebruikt). In het militaire tuchtproces bezit hij op grond van art. 39 van de Wet op de Krijgstucht de bevoegdheid alle krijgstuchtelijke straffen op te leggen (volledige strafbevoegdheid).
In het militaire strafproces leidt hij het voorbereidende onderzoek en beslist in de beginfase over de toepassing van het voorlopig arrest (art. 7 Wet op de Rechtspleging bij de Landen Luchtmacht, art. 6 Wet op de Rechtspleging bij de Zeemacht). Hij beslist ook of er termen zijn voor krijgstuchtelijke afdoening van het strafbare feit.
In België wordt gebruik gemaakt van de term korpscommandant,die meestal een luitenant-kolonel is of een majoor, en als hiërarchische meerdere hetzij in graad, hetzij in anciënniteit, het commando voert alsook het gezag uitoefent binnen het raam van de algemene tucht (artt. 5—8, 31—36 wet van 14.1.1975 houdende het tuchtreglement van de krijgsmacht). Hij heeft echter geen enkele macht of bevoegdheid inzake een strafbaar feit, ten laste gelegd aan een ondergeschikte van het korps. Zijn tussenkomst beperkt zich op dit gebied tot de verplichte aangifte aan de krijgsauditeur; hij mag aan de krijgsauditeur niet bevelen de vervolgingen in te stellen of op te schorten, en treedt ook niet op bij de tenuitvoerlegging van de straf, uitgesproken door het militair gerecht.