Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Chiliasme

betekenis & definitie

[Gr. chilioi, duizend], o., leer van een duizendjarig Godsrijk.

Het chiliasme berust voornamelijk op letterlijke uitlegging van Openb.20,1-10, die aan het volkomen Godsrijk een duizendjarig Christusrijk vooraf laat gaan. Deze opvatting is in de oude kerk soms verbonden met herstel van het aards Jeruzalem en de oudtestamentische profetieën, die daarop betrekking hebben; soms met de opvatting, dat de wereldgeschiedenis een week van ‘goddelijke’ dagen is (één dag is 1000 jaar) en de 7e dag, de sabbat, aan het definitieve einde voorafgaat. Vele oudkerkelijke leraars waren aanhangers van het chiliasme, o.a. Papias, Iustius Martyr, Irenaios, Hippolytus, Tertullianus, Methodios. Origenes stond er tamelijk afwijzend tegenover, omdat het chiliasme de beloften Gods te letterlijk opvatte, te aardse voorstellingen daarmee verbond. Maar het chiliasme, dat ook door het montanisme geleerd werd, bleef ook binnen de kerk verdedigers vinden, zoals bisschop Nepos in Egypte en in de 4e eeuw Apollinarios. Volgelingen van Origenes, zoals A-Dionysios de Grote en Eusebios keerden zich tegen het chiliasme.