Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Chaos

betekenis & definitie

[Gr., de gapende (ruimte)], m.,

1. baaierd, staat van ongeordendheid: de chaos vóór de schepping; algemene toestand van verwardheid; warboel; omvangrijke verwarde en ordeloze massa: een chaos van denkbeelden;
2. moleculen die geen voorkeurbeweging hebben.

GODSDIENST

Volgens de Oudgriekse dichter Hesiodos is chaos de oneindige woeste ruimte aan het oerbegin van de wereld, waaruit Gaia en Tartaros ontstonden. Men vindt de voorstelling van een chaos als de oorsprong van alles, tevens in Akkad, Egypte, Fenicië, Indië, Mexico, Noord-Amerika, bij de Germanen enz. Vaak denkt men daarbij aan een monster, b.v. Tiamat (Babylonië); dit woord vindt men nog terug in het Hebr. tehom (in Gen. 1 aanduiding voor de baaierd). De chaos wordt dikwijls als water voorgesteld.

NATUURKUNDE

Hier is van belang de term moleculaire chaos te definiëren als de voortdurende beweging van de moleculen waaruit de materie is opgebouwd. Bij gassen en vloeistoffen is deze beweging niet gebonden aan een gemiddelde evenwichtspositie, zoals dit het geval is bij vaste stoffen, maar bewegen zij zich vrij. Men zegt dat deze moleculaire beweging chaotisch is, wanneer globaal genomen, dus als gemiddelde over een zekere tijd, geen voorkeursbeweging is waar te nemen. Hiertoe is vereist dat de snelheidsverdeling van de moleculen in ieder punt gelijk is en dat de snelheidsverdeling bolsymmetrie vertoont (dit betekent dat gemiddeld evenveel moleculen in alle richtingen bewegen). In sommige gevallen, zoals bij de stroming van een vloeistof of gas door een leiding, is op de chaotische beweging nog een geordende (van hoge naar lagere druk) gesuperponeerd. De moleculaire chaos komt o.a. tot uiting in de brownbeweging.

< >