Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Chamberlain, joseph

betekenis & definitie

Engels politicus, *8.7.1836 Camberwell, ♱2.7.1914 Birmingham; vader van Arthur Neville Chamberlain en van Austen Chamberlain. Chamberlain was aanvankelijk directeur van een bloeiend metaalbedrijf.

In 1873 werd hij burgemeester van Birmingham; in 1876 lid van het Lagerhuis voor de liberalen.Chamberlain was van 1880—86, met een korte onderbreking, minister van Handel. Verschil van inzicht met premier Gladstone over zelfbestuur voor Ierland deed hem aftreden. Chamberlain werd leider van de liberale Unionisten, die met de conservatieven samengingen.

In 1895 werd hij minister van Koloniën en voerde o.a. tegenover Zuid-Afrika een imperialistische politiek, die aanleiding vormde tot de Boerenoorlog (1899—1902). In 1902 werd hij opnieuw minister van Koloniën in het kabinet-Balfour. Hij bevorderde de totstandkoming van een Council of the Empire, het lichaam dat moederland en koloniën tot nauwere samenwerking moest brengen.

Economische samenwerking dacht hij vooral te verwezenlijken door middel van zgn. imperial preferences, waarmee hij zich tegenstander van de vrijhandel verklaarde. Hij wilde de invoerrechten op produkten uit vreemde landen drastisch verhogen. Bij de verkiezingen van 1906 behaalden de voorstanders van de vrijhandel een zeer grote overwinning, waarna Chamberlains rol was uitgespeeld.

Chamberlain stichtte in 1900 de University of Birmingham.

LITT. C.Petrie, J.Chamberlain (1940); R.H.Wilde, J.Chamberlain and the South African Republic, 1895—99 (1957); J.Garvin en J.Amery, The life of J.Chamberlain (dln. 1—3 door Garvin, 1932—34; dln. 4—6 door Amery, 1951—69); R.A.Rempel, Unionists divided: A.Balfour, J.Chamberlain and the unionist free traders (1972).

< >