Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Centrale projectie

betekenis & definitie

projectie in de beschrijvende meetkunde, waarbij alle punten van de af te beelden figuur verbonden worden met een vast punt (het projectiecentrum); de figuur die gevormd wordt door de snijpunten van die verbindingslijnen (projecterende lijnen) met een vast vlak (tafereel) heet de centrale projectie van de oorspronkelijke figuur. De snijlijn van een vlak met het tafereel heet de doorgang van het vlak.

De lijnen in het vlak snijden het tafereel in hun doorgangspunten die alle liggen op de doorgang van het vlak.Het vlak, dat door het centrum evenwijdig met het vlak van de af te beelden figuur is aangebracht, snijdt het tafereel volgens de vluchtlijn van het vlak. Evenwijdige vlakken hebben dezelfde vluchtlijn. Van elke lijn in het af te beelden vlak snijdt de projectie de vluchtlijn van het vlak in het vluchtpunt van de betrokken lijn.

Evenwijdige lijnen hebben hetzelfde vluchtpunt. Het vlak, door het centrum evenwijdig met het tafereel aangebracht, heet verdwijningsvlak. De verdwijningsas van een vlak is de snijlijn van dit vlak, waarvan de projectie onbepaald ver weg ligt (dus ‘verdwenen’ is).

Het verdwijningsvlak snijdt elke lijn in haar verdwijnpunt, d.i. het punt, waarvan de projectie oneindig ver weg ligt (verdwenen is). Bij het bepalen van de maten van lijnen en hoeken worden de af te beelden vlakken of de hulpvlakken op het tafereel neergeslagen. De rechte lijn heeft tot centrale projectie in het algemeen weer een rechte lijn.

Een kegelsnede (dus ook een cirkel) heeft tot centrale projectie een andere kegelsnede. Men beschouwt in de regel ook de schaduwen, die op zeker vlak geworpen worden ten gevolge van de verlichting uit een gegeven punt of in een gegeven richting. Een bijzondere centrale projectie is de zgn. perspectief.

Tot de centrale projectie kan men ook rekenen de axonometrie, waarbij het centrum oneindig ver moet worden gedacht in de richting loodrecht op het tafereel, en haar bijzondere vorm: de Cavalier-perspectief. Door de figuren uit twee punten te projecteren op het tafereel volgt men de methode van de bicentrale projectie, die in sommige gevallen (stereoscopische afbeeldingen) snel tot het beoogde doel voert.