Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Cato (censorius)

betekenis & definitie

Marcus Porcius, bijgenaamd Censorius, Romeins staatsman, *234 v.C. Tusculum, ✝149 v.

C.Rome. Cato vocht in de Tweede Punische Oorlog (als quaestor nam hij in 204 de dichter Ennius van Sardinië naar Rome mee), was in 198 v. C. praetor van Sardinië en in 195 v.C. consul.

Hij vocht daarna in Spanje en Griekenland en werd in 184 v.C. censor, samen met L.Valerius Flaccus, die Cato, een homo novus, steeds gesteund had. In die functie werd Cato vermaard om zijn bestrijding van luxe (door middel van belastingen) en woeker en door zijn bouwactiviteit (riolering). Cato was voor velen het ideale type van de oude Romein, eenvoudig in levenswijze, vijand van praal, streng jegens zichzelf en zijn gezin, scherp en geestig in zijn uidrukkingen.

Hoewel Cato de Griekse taal beheerste, kantte hij zich fel tegen de Griekse cultuur en liet hij Atheense filosofen uit Rome verwijderen (155 v.C.) als een gevaar voor de Romeinse jeugd. Waarschijnlijk met het oog op de Romeinse handel ijverde Cato sinds zijn bezoek aan Carthago (153 v. C.) onophoudelijk voor de totale vernietiging van die stad (Ceterum censeo Carthaginem delendam esse).

Van zijn geschriften is een agronomische verhandeling De agricultura bewaard gebleven, terwijl van een geschiedenis van Italië (Origines) slechts fragmenten over zijn. Uitgaven: De agricultura door W.Hooper en H.B.Ash (1955; met Eng. vert.), Orationes door H.Malcovati (1955).

LITT. D.Kienast, Cato der Zensor (1954); P.Thielscher, Des M.Cato’s Belehrung über die Landwirtschaft (1963).

< >