Alexander, Amer. beeldhouwer en schilder, *22.8.1898 Philadelphia, †11.11.1976 New York City, zoon van de beeldhouwer Alexander Stirling Calder (1870-1945). Hij studeerde voor ingenieur, alvorens hij zich op de schilderkunst toelegde, en later als beeldhouwer de metaaltechniek beoefende.
Hij vestigde zich in 1926 te Parijs, waar hij met avant-gardistische kunstkringen in contact trad, en o.a. Arp, Miró en Pascin, en de representatieve vertegenwoordigers van de Ned. Stijlbeweging Mondriaan en Doesburg leerde kennen. Sinds 1932 schiep hij, naast abstracte plastieken, zijn ‘mobiles’: beweeglijke, uit draden en metalen vlakken samengestelde composities die, zonder dat daarbij enige imitatie is bedoeld, aan bepaalde natuurverschijnselen als het spel van wind, water en bladeren herinneren.Calder is ook bekend om zijn vaak zeer omvangrijke ‘stabiles’, die in tegenstelling tot de mobiles niet beweeglijk zijn. Hij keerde in 1938 naar Amerika terug. Werk: An autobiography with pictures (1966). LITT. J.J. Sweeney, A.
Calder (1958); cat. tent.A. Calder, Stedelijk Museum, Amsterdam (1969; met bibl.); H.H. Arnason en U.Mulas, Calder (1971).