Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Cairo

betekenis & definitie

[Arab. al-Kahira, de heersende], hoofdstad van Egypte, aan de ingang van de Nijldelta, 4,6 mln. inw. De bevolking is voor 90% moslim.

Er is een kleine groep buitenlanders (Arabieren en Europeanen).Cairo is regeringszetel, belangrijk handelscentrum (bankinstellingen, handelshuizen) en rivierhaven. De industrialisatie heeft zich sterk uitgebreid sinds 195

2. Voornaamste industriebranches: ijzer, machines, voedingsmiddelen, textiel, consumptiegoederen.

De s
tad kent een sterke groei, vooral door migratie. Cairo heeft zeer goede nationale en internationale verbindingen.Het oudste (Arabische) stadsdeel ligt in het noordoosten en grenst aan de op een uitloper van de Moekattamheuvels gebouwde citadel (1176 gebouwd). Het is een doolhof van nauwe, kromme stegen, waarin het oriëntaalse volksleven grotendeels gehandhaafd bleef. Langs de Nijl ontstonden Europese wijken. Het stadsdeel Ismailia heeft brede regelmatige straten, grote pleinen en plantsoenen. Aan de grote weg langs de Nijl staan vele imposante moderne gebouwen.

Cairo bezit tal van fraaie oude moskeeën. De oudste (879) is de moskee van sultan Hassan, aan de voet van de citadel. De moskee al-Azhar (10e eeuw) is vanouds een intellectueel en godsdienstig centrum, waaraan een universiteit is verbonden. Daarnaast zijn er de universiteit van Cairo en de Ain Shams-universiteit, beide staatsuniversiteiten uit de 20e eeuw. Belangrijke musea zijn het Egyptisch Oudheidkundig Museum (met de voorwerpen uit het graf van Toetanchamon), het Museum voor Islamitische Kunst en het Koptisch Museum. De Opera dateert uit 187

1. Cairo is een cultureel centrum voor de gehele Arabische wereld. De Arabische Liga is hier gevestigd.

GESCHIEDENIS

Ca.1200 v. C. werd hier door Babylonische krijgsgevangenen het plaatsje ‘Babylon’ aangelegd. Dit werd later een Romeinse citadel. In 641 werd het Arabisch, het legerkamp Foestat. In 969 ontstond de kern van het huidige Cairo. Het was residentie van de Fatimiden. In 1176 werd Cairo

vergeefs door kruisvaarders belegerd. Onder de mammelukken bereikte de bloei in de 14e eeuw haar hoogtepunt. Na de bezetting door de Turken (1517) verviel de stad. In de 19e eeuw zette de vooruitstrevende vorst Mohammed Ali een nieuwe ontwikkeling in. Vooral na de opening van het Suezkanaal (1869) groeide de stad snel.

LITT. M. Clerger, Le Caire (2 dln. 1934); J. Abu-Lughod, Cairo, 1001 years of the city victorious (1971).

< >