Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bugel

betekenis & definitie

[Eng. bugle, jachthoorn], m. (-s),

1. signaalhoorn ;
2. de muzikant die dat instrument bespeelt;
3. de voor het instrument bestemde partij.

De bugel werd oorspronkelijk gebruikt bij de infanterie. Om het instrument ook voor muzikale doeleinden bruikbaar te maken, werd het ca. 1770 voorzien van gaten en kleppen, ten gevolge waarvan de omvang werd uitgebreid. Ca.1830 werd de uitvinding der ventielen ook op de bugel toegepast; gaten en kleppen verdwenen weer. Men vervaardigt verschillende soorten van dit instrument, die al naar de grootte verschillende gedeelten van het toongebied beheersen. De toon van de bugel is groter en voller dan die van cornet-à-pistons en minder schetterend dan die van de trompet. De bugel wordt alleen aangewend in de harmonie- en fanfaremuziek.