Engels avonturier en koloniaal bewindsman, *29.4.1803 bij Benares, ♱ 11.6.1868 Burrator bij Dartmoor (Devonshire). Brooke doorkruiste in dienst van de Engelse Oostindische Compagnie na 1835 de Indische Archipel op zoek naar avontuur en rijkdom.
De door hem van 1839—40 aan de Dajaks te Serawak tegen de sultan van Brunei verleende hulp, leidde in 1841 tot zijn aanstelling als radjah (stadhouder) van Serawak. In 1846 verkreeg hij het steenkoleneiland Labuan voor Engeland, dat er een kolendepot vestigde.
In 1847 werd Brooke in de adelstand verheven en tot gouverneur van Labuan en tot consul-generaal benoemd. In 1858 keerde hij naar Engeland terug.
Zijn optreden heeft het Ned. bestuur in het vm. Ned.-Indië gestimuleerd tot gezagsuitbreiding over de buitengewesten.
Uitgave: The private letters of sir James Brooke (3 dln. 1853).
LITT. E.Hahn, James Brooke of Sarawak (1953); R.Payne, The white rajahs of Sarawak (1960); N. Tarling, Britain, the Brooke’s and Brunei (1971).