Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bronchitis

betekenis & definitie

[Gr.-Lat.], v., ontsteking van het slijmvlies van de wat grotere luchtpijptakken.

Bronchitis kan acuut of chronisch optreden. De ontsteking kan beperkt blijven tot de grotere luchtpijptakken, maar ook de fijnere vertakkingen aandoen (bronchiolitis). Bij de acute vorm is gewoonlijk ook de luchtpijp ontstoken en zou men beter van tracheo-bronchitis kunnen spreken. De chronische bronchitis gaat alleen met koorts gepaard indien acute verergeringen optreden. Zij kan met weinig verschijnselen verlopen (lichte hoestaanvallen, vooral na het ontwaken, weinig sputum), of de patiënt dag en nacht met hoestaanvallen, opgeven van veel slijmig of etterig sputum en aanvallen van kortademigheid het gehele verdere leven hinderen. Gevolgen op den duur kunnen zijn: opblazen van de longen (zie longemfyseem), verwijding van de luchtpijptakken (zie bronchiëctasie), hartvergroting en functieverlies van de hartspier.

Veel zgn. hartlijders zijn eigenlijk patiënten met chronische bronchitis. Bij het ontstaan spelen de kwaliteit van de inademingslucht, roken en vatbaarheid voor infecties een rol.