o. (-en), (ook: snorhout en gonshout), bij sommige niet-westerse volken een ovaal plat stuk hout dat, bevestigd aan een koord van plantevezels, in een snel draaiende beweging wordt gebracht, waardoor het een doordringend en krachtig geluid voortbrengt.
Het bromhout neemt een belangrijke plaats in bij allerlei plechtigheden, o.a. bij de initiatieriten van jongemannen en de bijeenkomsten van geheime genootschappen, waarbij het brommend geluid vaak wordt geassocieerd met de stemmen van (voorouder)geesten. Bijna overal is het bromhout met geheimzinnigheid omgeven en mag het niet aan vrouwen en ongeïnitieerde jongens worden vertoond. Het bromhout komt voor bij Australische stammen, op Nieuw-Guinea, op enkele delen van de Bismarck en Solomons Archipel en in sommige gebieden van Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.