Benjamin, lord (1976), Engels componist, *22.11.1913 Lowestoft (Suffolk), ♱4.12.1976 Aldeburgh (Suffolk). Britten, leerling van Frank Bridge, John Ireland en Arthur Benjamin, werkte tussen 1935-39 samen met W.H.Auden en componeerde voor film, theater en radio.
Na een driejarig verblijf in de VS vestigde hij zich in 1942 in Aldeburgh, waar hij in 1948 het Aldeburgh Festival in het leven riep. Britten was ook betrokken bij de oprichting van de succesvolle English Opera Group waarvan hij vele jaren de leiding had.Britten is geen vernieuwer, maar ontwikkelde als eclecticus een muzikale schrijfwijze waarin veel stijlen en invloeden verenigd zijn. Aan zijn gematigd modern idioom ligt steeds de tonaliteit ten grondslag. Zijn kracht is gelegen in melodische vindingrijkheid en dramatische vormgeving. Dit verklaart de bijzondere plaats die de vocale muziek (o.a. talrijke liedcycli en opera’s) in zijn oeuvre inneemt. Een van de belangrijkste vertolkers van Brittens liedkunst is de tenor Peter Pears.
Het nogal wisselend niveau van Brittens muziek kan beschouwd worden als het gevolg van een niet steeds voldoende kritische stellingname ten aanzien van zijn grote produktie. Composities: opera’s: Peter Grimes (1945), The rape of Lucretia (1946), Albert Herring (1947), Billy Budd (1951), Gloriana (1953), The turn of the screw (1954), A midsummer night’s dream (1960), Owen Wingrave (1970), Death in Venice (1973); instrumentale werken: Sinfonietta (1932), Simple symphony (1934), Variations on a theme of Frank Bridge (1937), Sinfonia da requiem (1940), twee strijkkwartetten (1941, 45), The young person’s guide to the orchestra (1946); Lachrymae voor altviool en piano (1950); vocaal-instrumentale werken: Les illuminations (1939), Ceremony of carols (1942), serenade voor tenor, hoorn en orkest (1943), Spring symphony (1949), War requiem ; liederen: On this island (1937), Seven sonnets of Michelangelo (1940), Songs and proverbs of William Blake (1965).
LITT. A.Gishford (red.), Tribute to B.Britten (1963); P.Howard, The opera’s of B.Britten. An introduction (1969); E.W.White, B.Britten, his life and opera’s (1970); A.Kendall, B.Britten (1973);B. Britten, a complete catalogue of his published works..