(British Columbia), Canadese prov. aan de Grote Oceaan (921662 km2, 2,3 mln. inw.). Hoofdstad: Victoria.
Fysische geografie
Het landschap is bergachtig, met zuidoost-noordwest-strekkende ketens van de Rocky Mountains en het Kustgebergte (Coast Range). Grootse landschappen (toerisme) bevat de kristallijne Selkirk Range met hoge toppen, gletsjers en grotten (Glacier Park, Nakimu Caves). Deze prov. is voor meer dan de helft met bos overdekt en heeft drie nationale parken: Yoho, Revelstoke en Kootenay. Van de sterk gelede kust, met vele kleine en enkele grote eilanden ervoor, lopen fjorden (uit de ijstijden) tot 130 km landinwaarts. Het klimaat omvat bergklimaat in het binnenland en een mild zeeklimaat aan de regenrijke kust, met extra zachte winters door de warme zeestroom vanaf Japan. De rivieren, die in de Grote Oceaan uitmonden, doorbreken, meest met kloofdalen, het Kustgebergte: vooral het dal van de Fraser is met twee spoorlijnen en een autoweg een verkeerslijn; voorts de Columbia en in het noorden de Skeena. De Peace en Liard in het noordoosten behoren tot het stroomgebied van de Mackenzie.
Bevolking. In het zuiden, op 5 % van de oppervlakte, rond Vancouver, op Vancouver Eiland en in de Kelowna Vallei woont 75 % van de bevolking. Het inwonertal is meer dan verdrievoudigd sinds de Tweede Wereldoorlog, vooral door vestiging uit andere prov. en buitenlanders (Nederlanders 3 %), aangetrokken door de economische mogelijkheden. Economie. Stimulansen voor de welvaart waren goudvondsten (1858); de Pacific spoorweg (1886); de ontwikkeling van de scheepvaart; ontwikkeling van hydro-elektrische energie en industrie (Tweede Wereldoorlog). Brits Columbia produceert 25 % van de Canadese houtkap, vooral de kuststrook: douglasspar, ponderosa, hemlockspar, ceder e.a.
Houtzagerijen, m.n. in Vancouver (de grootste houthaven van Canada) leveren 70 % van het totaal aan zaaghout in Canada. Houtpulp- en papierindustrie, met ca. 500000 t papier per jaar (waarvan 80 % krantenpapier) komt m.n. voor op Vancouver Eiland in Port Alice, Port Alberne, Nanaimo en Victoria en op het vasteland in Powell River en Ocean Falls. In houtkap en houtzagerij is meer dan 30 % van de beroepsbevolking werkzaam, in de hout- en papierindustrie 10 %. De produktiewaarde bedraagt ca. $1,5 mrd. per jaar. De roofbouw op het houtbestand ging men tegen door een tienjarenplan van nieuwe aanplant (1965-75), dat in 1973 met 86 mln. jonge bomen reeds ver boven de raming kwam. Een ander probleem is een sterk verloop onder en daling van het aantal ‘lumberjacks’ (houthakkers, houtvlotters enz.) ondanks een hoog weekloon.
De mijnbouwproduktie omvat petroleum, aardgas, koper, lood, zink, voorts goud en zilver, ter waarde van $496 mln. (1970). Brits Columbia is met $120 mln. (1971) de voornaamste visserijprov. van Canada: zalm en heilbot, haring, tonijn, tong en kabeljauw. Landbouw is slechts beperkt mogelijk door bodem en klimaat: langs de zuidkust fruit, groenten, aardappelen, zuivelveeteelt en hoenders; ranchveeteelt in het droge binnenland. De Okanagan Vallei heeft bevloeide boomgaarden. Produktie in 1970: $205 mln. De industrie is met ca. $4 mrd. per jaar het voornaamste bestaansmiddel, vooral door de houtverwerking en papierindustrie. Voorts metaalbedrijven, chemicaliën, voedingsmiddelen.
GESCHIEDENIS. In 1774 bezeilde de Spanjaard J. Perez, in 1778 J.Cook, het kustgebied. G.Vancouver onderzocht van 1792-94 de kust in verband met het Engelse belang bij de pelshandel. In 1793 was A.Mackenzie de eerste, over land komend, die het binnenland verkende. Rivaliteit met de VS over dit gebied werd in 1846 ten gunste van Engeland beslecht door aanname van de 49e breedtegraad als grenslijn.
In 1849 werd Vancouver Eiland tot kolonie verheven, in 1866 werd dit gebied met Brits Columbia kroonkolonie. Toetreding tot het Dominion of Canada (1871) geschiedde met de eis, dat binnen 10 jaar een transcontinentale spoorwegverbinding tot stand zou komen, die in 1886 met de Canadian Pacific Railway werd gerealiseerd.