Engelse haven- en industriestad in het county Avon aan de Avon, 11 km van de uitmonding in het Kanaal van Bristol, 425000 inw. Bristol is de grootste stad en het belangrijkste verzorgingscentrum van Zuidwest-Engeland.
In de binnenstad staan diverse monumentale gebouwen: raadhuis, beurs, twee grote gotische kerken. De voornaamste industriebranches zijn: vliegtuig-, scheeps- en machinebouw, metaalnijverheid en chemische industrie (waaronder petrochemie), voedings- en genotmiddelenindustrie.
Vanwege het grote verschil tussen eb en vloed moest men dokhavens aanleggen. De stadshaven bedient nog alleen de kustvaart en de handel op Europa; de voornaamste overslag geschiedt op de voorhavens Avonmouth en Portishead.
De export omvat m.n. industrieprodukten, de import levensmiddelen en ertsen. Bristol heeft een universiteit en vakonderwijsinrichtingen op commercieel en technisch gebied.
GESCHIEDENIS
Ca.1000 ontstond op de plaats van Bristol een nederzetting, die in de 13e eeuw een haven kreeg en zich vooral ontwikkelde door wol- en later lakenexport.
Van de 16e—19e eeuw bloeide Bristol m.n. door de slaven- en suikerhandel.