[Fr. briquette, kleine baksteen], v./m. (-ten), blok met regelmatige vorm, verkregen door samenpersing onder hoge druk van poedervormige of deegachtige stoffen.
Toepassing van briketten heeft het voordeel dat ertsstof, hoogovenstof, houtzaagsel, turfstof, metaalspanen, zout enz. voor deugdelijk gebruik veredeld worden. Verreweg de belangrijkste tak van de briketnijverheid is de vervaardiging van briketten uit bruin- en uit steenkool. Zo nodig wordt de persbewerking voorafgegaan door het bijmengen van een bindmiddel. Hiervoor zijn de meest uiteenlopende, organische en anorganische verbindingen bruikbaar: pek, hars, asfalt, teer, petroleumresidu, stijfsel, sulfietloogafval, melasse, leem, kalk, magnesia.
Steenkoolbriketten. Als grondstof dient fijnkool (korrelgrootte beneden 1 mm). Voor briketteren komt meestal magere en halfmagere kool (gasgehalte 6—10 %) in aanmerking; als bindmiddel dient hard pek. Men rekent op een pekgehalte van 5-9 %, al naar fijnheid, soort en vochtgehalte van de kolen, en de kwaliteit van het pek. De kool wordt, vóór of na het bijmengen van het pek, door middel van verbrandingsgassen in een oven met mechanisch roerwerk gedroogd, en op een temperatuur van 80—90 °C naar de pers gebracht. Sedert enkele jaren echter worden ook zgn. ‘rookloze agglomeraten’ uit vette kolen vervaardigd.
De briketten worden op lage temperatuur geperst, en ondergaan verder een ‘halve-vercooksing’ (destillatie op 400 °C) of een gedeeltelijke oxidatie waardoor de teerhoudende en rookgevende elementen verwijderd of vernietigd worden. Men onderscheidt eier- en industriebriketten. Eierbriketten (eierkolen) voor huisbrand, 40—100 g, worden uitsluitend geperst tussen walsen, waarvan in de omtrek halve eivormen zijn uitgefraisd. Industriebriketten zijn rechthoekige blokken met veel groter gewicht, die in stempelpersen vervaardigd worden. Bruinkoolbriketten. Voor brikettenbereiding komt alleen bruinkool met 5 % bitumineuze stoffen in aanmerking.
Het bruinkoolfijn (korrelgrootte beneden 10 mm) wordt tot briketten verwerkt. Het wordt allereerst gedroogd, zodat er nog een watergehalte van 12-17 % overblijft. Wanneer de bruinkool het droogapparaat verlaat, bedraagt de temperatuur tussen 60 °C en 90 °C. Dit produkt wordt na afkoeling tot 30-40 °C zonder bijvoeging van een bindmiddel tot briketten geperst. De sloffen, de gebruikelijkste vorm, wegen 500 g en zijn voor huisbrand bestemd.
