[citai, brigadiere], m. (-s),
1. (oorspronkelijk) de bevelhebber van een brigade;
2. in Nederland vroeger bij de bereden wapens en bij de Koninklijke Marechaussee de rang gelijkstaande met die van korporaal, later die van sergeant (sinds 1915: wachtmeester);
3. (België) rang bij artillerie, pantsertroepen en rijkswacht (vroeger rijdende troepen) gelijkstaande met die van korporaal;
4. bij de Ned. gemeentepolitie rang tussen adjudant en hoofdagent;
5. eertijds bij de rijksveldwacht: rijksveldwachter van de tweede klasse.