vm. heerlijkheid in de prov. Gelderland, bestaande uit de stad Breedevoort en de dorpen Aalten, Winterswijk en Dinxperlo, die in de 14e eeuw in het bezit van de hertogen van Gelre kwam.
In 1697 werd Breedevoort door de Staten van Gelre aan stadhouder Willem in afgestaan. In 1795 verviel de heerlijkheid aan het gewest Gelderland.
Het stadje Breedevoort, door Maarten van Rossum tot een sterke vesting gemaakt, werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog op 8.10.1597 door stadhouder prins Maurits veroverd, maar in 1606 door de Spanjaarden heroverd. De stad werd zeer beschadigd toen het kasteel in 1646 in de lucht vloog.
LITT. B.D.Rots, Aalten en Breedevoort in vervlogen tijden (1950); H.A.Hauer, Breedevoort can ick vergeten niet (1956).
