Amerikaans beeldend kunstenaar, *1926 Halfway (Oregon). Brecht was chemicus; ca. 1955 ging hij zich aan de kunst wijden.
Hij studeerde muziek bij John Cage en sloot zich met hem in het begin van de jaren zestig aan bij Fluxus. Deze beweging wilde het passieve publiek aanzetten tot nieuwe creativiteit.
In plaats van de gebruikelijke muziekuitvoeringen introduceerde Brecht zgn. events, korte gebeurtenissen of handelingen, die iedereen overal kan uitvoeren, volgens door de kunstenaar op kaartjes geschreven instructies. Ook vulde Brecht kistjes met objecten en foto’s.
De toevallige combinaties hiervan kunnen aanleiding geven tot nieuwe gedachtenassociaties en ideeën. In 1965 stichtte Brecht met Robert Filliou in Villefranche-sur-Mer een soort anti-boetiek, genaamd ‘La cédille qui sourit’.
Zij verkochten daar tot 1968 allerlei voorwerpen, waarvan de Franse naam een cédille bevatte. Hun boek Games at the cedilla or the cedilla takes off (1967) bevat een verslag hierover.LITT. cat. tent. G.Brecht en R.Filliou, La cédille qui sourit, Stadt. Mus. Mönchen-Gladbach (1969); cat. tent. Art and technology, County Museum of Art, Los Angeles (1971); cat. Documenta V, Kassel.
Brecon (ook: Brecknock), vm. Wels county aan de bovenloop van de rivier de Usk, in 1974 opgenomen in het county Powys, 53000 inw. Hoofdstad is de oude stad Brecon (6300 inw.). Het gebied is bergachtig met als hoogste deel de Brecon Beacons, ca. 890 m, natuurreservaat. Middelen van bestaan zijn vooral veeteelt (schapenteelt), wolindustrie en enige steenkoolwinning.
