Georges, Frans schilder en graficus, *13.5.1882 Argenteuil, †31.8.1963 Parijs. Hij was leerling aan de Académie Humbert te Parijs.
Hij sloot zich een tijdlang bij de fauves aan (zie fauvisme). In 1908 ontmoette hij Picasso, met wie hij nauw ging samenwerken.
Zij ontwikkelden onder invloed van Cézanne het kubisme, waarvan Braque een van de zuiverste vertegenwoordigers was. Belangrijk zijn de collages, waarbij hij o.a. bedrukt papier in het schilderij aanbracht.
Tussen de twee wereldoorlogen schilderde hij vooral stillevens en naakten in een op slechts enkele kleuren berustend koloriet. Na ca.1945 wendde Braque zich steeds meer tot een decoratieve en expressionistische schilderwijze, die hij toepaste in grote, donkere zeegezichten, en in zijn plafondschilderingen in het Louvre in Parijs.
Voor de kerk van Varengeville maakte hij in 1954 gebrandschilderde ramen. Hij lithografeerde veel, o.a. de series Hélios (1946) en Cahiers de G. Braque (1947). Werk: Carnet de G. Braque (1953).
LITT. G. Apollinaire, Les peintres cubistes (1913); S. Fumet, Sculptures de G. Braque (1953); M. Gieure, G.
Braque (1956); J. Russell, G. Braque (1959); F. Ponge, P. Descarques en A. Malraux, G. Braque (1971).