v., het verschijnsel van het gesegmenteerd-zijn van de kieuwstreek.
Branchiomerie is het verschijnsel dat de zijwanden van de kop een serie op regelmatige afstanden achter elkaar gelegen kieuwspleten vertonen. Bij alle gewervelde dieren treedt in een vroeg ontwikkelingsstadium branchiomerie op. De stroken tussen de (4-7) kieuwspleten heten kieuwbogen. Elke kieuwboog bevat een skeletstaaf, bijbehorende spieren, een tak van een bepaalde kopzenuw, en een bloedvat. Dit deel van de kop is dus duidelijk segmentsgewijs opgebouwd (elk ‘segment’ heet hier branchiomeer), althans in dit stadium van de ontwikkeling (zie biogenetische grondwet).