(Kanaal Brugge-Zeebrugge), Belg. kanaal dat deel uitmaakt van het net van kanalen van de kust. Het verbindt de zeehaven van Zeebrugge, via een zeesluis van 210 m lengte, 19,7 m breedte en 9 m diepte, met Brugge, waar het uitmondt in drie dokken: het kleine en grote handelsdok en het Nijverheidsdok of Burgemeester-Van-Dammedok, gegraven in 1952.
Via het grote handelsdok en een sluis is het havencomplex aangesloten op het net van binnenwaterwegen (Kanaal Brugge—Gent). Het kanaal is gepland in 1877 en in 1896—1907 aangelegd.De lengte is 12 km, de diepte 8,4 m; het is toegankelijk voor schepen tot 8000 t. In 1971 werd begonnen met de bouw van een nieuwe zeesluis te Zeebrugge, zodat het kanaal tot Dudzele toegankelijk wordt voor schepen tot 125000 t. De belangrijkste aangevoerde goederen zijn mineralen, bouwmaterialen en brandstoffen; ca. een derde van de afvoer bestaat uit steenkool.
Aan het kanaal ligt ca. 22,5 km2 industrieterrein. In 1971 verwerkte het kanaal 599000 t, in 1972 was dit 551000 t.