Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bouclé

betekenis & definitie

[Fr.],

I. bn., (zie heraldiek)

gezegd van een hazewindhond die een halsband draagt; ook van een stier, buffel of beer die een ring door zijn neus draagt; II. zn. o.,

1. met lusjes bedekte bovenkledingstof, vnl. vervaardigd uit bouclé of lussengarens, soms in combinatie met noppengarens;
2. meubelbekledingsstof, meestal gedeeltelijk vervaardigd uit bouclé- of lussengarens;
3. (mv.: bouclé’s), tapijten met een pool uit doorgaans grove garens van wol, al dan niet gemengd met grove dierlijke haren en/of synthetisch vezelmateriaal, oorspronkelijk alleen een bepaald type geweven tapijt, thans ook anderszins vervaardigd.

< >