Ned. letterkundige en protestants theoloog, *26.2.1784 Joure, †12.10.1820 Leiden. In 1815 werd Borger hoogleraar theologie, in 1817 hoogleraar Griekse letterkunde en algemene geschiedenis te Leiden.
Borger stond als kanselredenaar hoog aangeschreven.Evenals zijn Leerredenen (1814-21) is ook zijn Dichterlijke nalatenschap (1836) meermalen herdrukt. Zijn zwanezang Ode aan den Rijn (1820) bleef wegens de droevige autobiografische inhoud lange tijd populair.
LITT. P. Hofman Peerlkamp, Oratio de vita E.A. Borger (1821); W. Eekhoff, Bijzonderheden omtrent de jeugd van E.A. Borger (1842).