Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Bongo (bosantiloop)

betekenis & definitie

m. (-’s), grote bosantiloop van West-, Midden- en Oost-Afrika.

De bongo (Boocercus euryceros) heeft een schouderhoogte van ca. 1,25 m en een gewicht van 200 kg. De bongo is warmbruin met verticale witte flankstrepen. Beide geslachten dragen in een open spiraal gewonden hoorns van ca. 75 cm lengte. Het vrij zwaar gebouwde dier eet uitsluitend bladeren. De systematische plaats is onduidelijk: enerzijds vertoont de bongo verwantschap met de elandantiloop, anderzijds met de sitoetoenga (zie bosbok). Hij is vrij zeldzaam, zie antilopen.

< >