Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Bommen

betekenis & definitie

(bomde, heeft gebomd),

1. dof weerklinken, een hol geluid geven (van hol liggend ijs, van lege vaten); lege, holle vaten bommen het hardst, het meest, die het minste verstand hebben, voeren het hoogste woord;
2. luiden, galmen (van klokken);
3. het kan mij niet bommen, niet schelen;
4. (vaten) dichtmaken door de bom erop te slaan;
5. (bij zeer jonge kinderen) met het hoofd slaan voor het slapengaan.

Het bommen kan gepaard gaan met wild slaan van het hoofd en schokken van het gehele lichaam. Het is een onschadelijke hebbelijkheid die vaak geen medische behandeling behoeft en na verloop van tijd vanzelf weer verdwijnt.