v./m. (-s), in olieschakelaars middel om de lichtboog, die steeds bij stroomonderbreking ontstaat op de plaats waar de contacten van elkaar gaan, in zeer korte tijd te blussen en daardoor het uitschakelvermogen te vergroten.
De stroomonderbreking heeft plaats in een cilinder met een ronde opening in de eindvlakken waardoorheen het penvormig contact zich beweegt. De lichtboog in de bluskamer veroorzaakt oliedampen (gassen) onder hoge druk, waardoor de resterende olie-inhoud van de bluskamer door de opening in de bodem wordt geperst. De olie en de gassen komen daarbij in contact met de lichtboog waardoor deze wordt gedoofd.