o., (kinder)spel waarbij een van de spelers geblinddoekt wordt, dan de anderen moet vangen en hun naam zeggen.
Blindemannetje was in de oudheid reeds o.a. bij de Grieken en Romeinen, ook in Arabische en Oostaziatische streken en bij natuurvolken een bekend gezelschapsspel. Het wordt thans uitsluitend door kinderen gespeeld, maar in de 18e eeuw was het een galant vermaak voor volwassenen. De geblinddoekte, die men zoveel mogelijk in verwarring tracht te brengen, moet anderen grijpen en hun naam raden. Zodra hem dat lukt worden de rollen verwisseld. Varianten als blindekoe en blindemuis doen vermoeden dat de blindeman oorspronkelijk een dierenmasker droeg en een demon voorstelde. Zie afb.
LITT. A.de Cock en I.Teirlinck, Kinderspel en kinderlust in Zuid-Nederland i (1902); J.W.P. Drost, Het Ned. kinderspel vóór de 17e eeuw (1914); J.Hills, Das Kinderspielbild von P.Bruegel d. Ält. (1957).