v./m. (-steden), stad gevormd uit woningen gebouwd van gevonden materiaal, zoals timmerhout, golfplaten, blik, asfaltdakbedekking enz.
Blikstad is de Ned. uitdrukking voor het Franse woord bidonville. Bidonvilles kwamen in Parijs en de vm. Franse kolonies voor. Zij zijn vooral ontstaan bij grote steden in de ontwikkelingslanden: in Hongkong en Lima woont resp. ca. 10 % en ca. 60 % van de bevolking in bliksteden. Zij ontstaano.a. door grote bevolkingsgroei, waarbij, zowel in de stad als op het platteland, onvoldoende werkgelegenheid bestaat. De woonomstandigheden van de bewoners worden nog verslechterd door afwezigheid van openbare nutsvoorzieningen, die de overheid weigert aan te leggen, omdat de grond in de meeste gevallen illegaal in gebruik is genomen.
De sociale organisatie in de bliksteden is vooral dan hecht wanneer bepaalde etnische groeperingen hun eigen levensstijl trachten te handhaven. Hierbij speelt ook lotsverbondenheid in armoede een rol. Voor de bestrijding van bliksteden bestaan vele strategieën: van saneren zonder het bieden van alternatieve woningen en verplaatsing van bewoners naar landelijke gebieden waar nog exploitatiemogelijkheden zijn (Indonesië) tot grootscheepse nieuwbouw van zeer kleine en goedkope woningen (Hongkong). Ook tracht men wel de bliksteden leefbaarder te maken door de aanleg van waterleiding, riolering en bestrating of het ter beschikkingstellen van eenvoudige bouwmaterialen. Er zijn bouwsystemen ontworpen die het mogelijk maken zelf een woning in elkaar te zetten. Het verbeteren van bliksteden (te vergelijken met pogingen om aan te tonen dat saneringsbuurten toch nog een acceptabele woonomgeving kunnen vormen) wordt thans aanbevolen.
LITT. P.M.Hauser (red.), Urbanization in Latin America (1962); E.Eames en J.G.Goode, Urban poverty in a cross-cultural context (1973); R.Basford, Human settlements, crises and opportunity (1974).