Gerson (von), Duits bankier, *22.12. 1822 Berlijn, ✝19.12.1893 Berlijn; zoon van een bankier, die fungeerde als vertrouwensman van de Frankfortse Rothschilds. Bleichröder kreeg historisch belang doordat hij vertrouwensman van Bismarck werd.
Hij beheerde diens vermogen, voerde enkele vertrouwelijke missies uit en diende van advies op het gebied van de economische politiek.Gedurende de jaren 1862—66 lukte het hem om Bismarck buiten het parlement om de nodige middelen voor diens militaire beleid te verschaffen. In 1866 maakte Bleichröder 400000 Taler over aan de Hongaarse revolutionairen, waarvan Bismarck een hoog rendement verwachtte voor de Pruisische oorlogvoering tegen Oostenrijk. Daarna beheerde hij het Weifenfonds, waaruit de middelen voor omkoperij van de pers e.d. werden geput.
Verder wist hij met geheime subsidies aan koning Lodewijk 11 van Beieren gedaan te krijgen, dat deze zijn medewerking verleende aan de verwerkelijking van de Duitse eenheid. Tijdens het Congres van Berlijn leidde Bleichröder een internationale campagne ten bate van de Roemeense joden: Roemenië kon slechts diplomatieke erkenning krijgen, wanneer het de joodse minderheid gelijke burgerrechten verschafte. Bleichröder was de eerste ongekerstende jood die tot de Pruisische adelstand werd verheven.
Onder zijn zonen raakte het ‘Bankhaus’ in verval. De Bleichröderbank in de VS heeft reeds decennia lang geen Bleichröder in haar directie.
LITT.F.Stern, Gold and iron (in: Amer. Histor. Rev. 75, 1970); W.Pöls, Bleichröder und die Arnim-Affäre (in: Hist.Zeitschr. 211, 1970).