o. (-en), onbemeste laagveenhooilanden waar vooral zegge en pijpestrootje (Molinia caerulea) groeien.
De opbrengst aan hooi is laag. De voederwaarde van het blauwgrashooi is niet hoog: het is zeer arm aan fosfaat en kali. Het komt alleen nog voor in beschermde gebieden (natuurreservaten).