[Lat. polus, pool], bn., dubbelpolig, tweepolig.
Een zenuwcel met een impuls-toevoerende (dendriet) en een impuls-afvoerende uitloper (neuriet) heet bipolair.
Gepubliceerd op 30-05-2019
betekenis & definitie
[Lat. polus, pool], bn., dubbelpolig, tweepolig.
Een zenuwcel met een impuls-toevoerende (dendriet) en een impuls-afvoerende uitloper (neuriet) heet bipolair.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: