Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-03-2019

Bessesap

betekenis & definitie

o., ingedikt (en geconserveerd) sap van aalbessen, m.n. als saus en nagerecht.

Het vruchtesap uit rode en/of witte aalbessen wordt meestal gemengd met zwart bessesap (cassis) van Ribes nigrum, een sap dat rijk is aan vitamineC (ca. 150 mg/100 g). Van rood sap moet de volumieke massa minstens 1036 kg/m3 en van zwart sap 1040 kg/m3 bedragen volgens het Ned. Jam- en Limonadebesluit (Warenwet). Bij de bereiding volgens de warme methode worden de bessen met stoom behandeld en tegelijkertijd geperst. De meer moderne ‘koude’ methode gaat uit van in een molen gekneusde vruchten, waarop bij enigszins verhoogde temperatuur (ter verkorting van de tijdsduur, waardoor vergisting vermeden wordt) een pectineafbrekend enzympreparaat inwerkt, waarna de vruchten gemakkelijker uit te persen zijn. Na eventueel klaren door filtreren of centrifugeren wordt meestal gepasteuriseerd.

Ook mag volgens hetzelfde besluit geconserveerd worden met ten hoogste 100 mg/kg zwaveldioxide (dat tevens de teruggang in vitamine-C-gehalte remt) of 250 mg/kg benzoëzuur. Zwarte bessesap bevat gemid. 5-12%totaalsuiker, 4 % organische zuren (vnl. citroenzuur) en 1 % minerale bestanddelen.

In België worden benaming en samenstelling van bessesap geregeld door het Besluit van de Regent van 15 mei 1945, later gewijzigd, betreffende voedingswaren die bereid of gemaakt zijn met behulp van vruchten of groenten en gelijkaardige voedingswaren.

< >