m. (-en), kloostergeestelijke van de orde van Bernardus van Clairvaux of van de franciscanen-observanten. De cisterciënzers worden bernardijnen genoemd naar Bernardus van Clairvaux vanwege de grote uitbreiding, die de orde door zijn persoonlijk optreden onderging.
In 1615 stichtte dom Largentier in Frankrijk een congregatie van strenge cisterciënzers, die vaak ‘verbeterde bernardijnen’ werden genoemd. De in 1334 zelfstandig geworden franciscanen-observanten werden naar hun meest bekende lid Bernardinus van Siena eveneens bernardijnen genoemd.